In de eerste overlegvergadering tussen het bestuur en de ondernemingsraad van de Faculteit der Geesteswetenschappen, gistermiddag in zaal 1.01 van het Bungehuis, heeft decaan Van Vree nogmaals aangegeven dat zijn plan ter herstructurering van de faculteit een discussiestuk is, wat ook nog uitgeveegd kan worden. Hij wil begin volgend jaar ‘een houtskoolschets’ presenteren aan het CvB.
‘Het plan wat ik heb voorgelegd is een voorstel en niet het alfa en omega,’ zei Van Vree gistermiddag tijdens een overlegvergadering met de ondernemingsraad. De or bleek daar niet direct van overtuigd. ‘Dan moet er ook echte discussie komen over alternatieve plannen en scenario’s,’ zei Bekkenkamp. Het lijkt erop dat de discussie zich vooral zal toespitsen op de vraag in hoeverre de hele faculteit zich ‘in de breedte’ moet ontwikkelen of niet. Vooralsnog wil Van Vree - die zijn plan Profiel 2016 overigens de toevoeging 'versie 1' heeft gegeven - alle disciplines aan zijn faculteit behouden via een brede instroom.
Kaasschaaf
De or suggereerde gisteren dat er ook een ander scenario mogelijk is. Bekkenkamp: ‘We zouden ook eerst kunnen inventariseren bij welke opleidingen het goed gaat qua instroom en waar niet en dan kijken wat we kunnen doen om die opleidingen te behouden.’ Deze kaasschaafmethode betekent volgens Van Vree dat de FGw op den duur geen volledige humaniora-faculteit meer zal zijn. ‘Als we kiezen voor wat groot en goed is, raken we klein kwijt,’ zei hij. Bedoeld werd vooral: de kleine talen, die de achilleshiel vormen in de hele discussie over de geesteswetenschappen. Vooral daar is de instroom bij sommige opleidingen zo minimaal, dat ze eigenlijk niet levensvatbaar zijn. Van Vree: ‘Als we kiezen voor groot en goed en daar ons geld in steken, kan dat niet gaan naar bijvoorbeeld de kleine talen. Dat betekent dat die talen feitelijk alleen nog zullen draaien om taalverwerving en misschien een docent voor cultuur. Dat is niet de academische opleiding die ik voor ogen heb.’
AUC
Punt van discussie was en is ook in hoeverre studenten op een brede bachelor zitten te wachten. Van Vree zegt van wel en hij baseert zich daarbij op onderzoek waaruit zou blijken dat middelbare scholieren niet om klassiek filologische opleidingen afkomen, maar zich liever inschrijven voor brede bachelors. ‘Wij raken studenten kwijt aan het AUC en vergelijkbare opleidingen. Daar moeten we toch over nadenken.’ Volgens Van Vree heeft de Universiteit Leiden veel succes behaald met haar bachelor International Studies in Den Haag. ‘Dat heeft een boost gegeven aan de talenopleidingen in Leiden, maar niet in klassiek-filologische zin.’
OR-lid en taalwetenschapper Manon van de Laaken gaf echter aan dat studenten helemaal niet zitten te wachten op brede bachelors. ‘Ik heb een kleine enquête gehouden onder mijn tweedejaarsstudenten. Die zeiden mij dat ze vanaf dag één met de studie van keuze bezig te willen zijn en niet zomaar met iets breeds. Gooien we met een verbreding van de bachelor niet het kind met het badwater weg?’ Carla Dauven, hoofddocent bij Duits & Scandinavisch, vroeg zich of het niet beter zou zijn de verbreding te zoeken ‘aan het eind van de bachelor en niet direct aan het begin. Daar zou dan “smal” kunnen worden begonnen’. Volgens Van Vree biedt dat echter geen oplossing voor de middelbare scholieren die ‘breed’ zouden willen beginnen. Wordt vervolgd.
‘Het plan wat ik heb voorgelegd is een voorstel en niet het alfa en omega,’ zei Van Vree gistermiddag tijdens een overlegvergadering met de ondernemingsraad. De or bleek daar niet direct van overtuigd. ‘Dan moet er ook echte discussie komen over alternatieve plannen en scenario’s,’ zei Bekkenkamp. Het lijkt erop dat de discussie zich vooral zal toespitsen op de vraag in hoeverre de hele faculteit zich ‘in de breedte’ moet ontwikkelen of niet. Vooralsnog wil Van Vree - die zijn plan Profiel 2016 overigens de toevoeging 'versie 1' heeft gegeven - alle disciplines aan zijn faculteit behouden via een brede instroom.
Kaasschaaf
De or suggereerde gisteren dat er ook een ander scenario mogelijk is. Bekkenkamp: ‘We zouden ook eerst kunnen inventariseren bij welke opleidingen het goed gaat qua instroom en waar niet en dan kijken wat we kunnen doen om die opleidingen te behouden.’ Deze kaasschaafmethode betekent volgens Van Vree dat de FGw op den duur geen volledige humaniora-faculteit meer zal zijn. ‘Als we kiezen voor wat groot en goed is, raken we klein kwijt,’ zei hij. Bedoeld werd vooral: de kleine talen, die de achilleshiel vormen in de hele discussie over de geesteswetenschappen. Vooral daar is de instroom bij sommige opleidingen zo minimaal, dat ze eigenlijk niet levensvatbaar zijn. Van Vree: ‘Als we kiezen voor groot en goed en daar ons geld in steken, kan dat niet gaan naar bijvoorbeeld de kleine talen. Dat betekent dat die talen feitelijk alleen nog zullen draaien om taalverwerving en misschien een docent voor cultuur. Dat is niet de academische opleiding die ik voor ogen heb.’
AUC
Punt van discussie was en is ook in hoeverre studenten op een brede bachelor zitten te wachten. Van Vree zegt van wel en hij baseert zich daarbij op onderzoek waaruit zou blijken dat middelbare scholieren niet om klassiek filologische opleidingen afkomen, maar zich liever inschrijven voor brede bachelors. ‘Wij raken studenten kwijt aan het AUC en vergelijkbare opleidingen. Daar moeten we toch over nadenken.’ Volgens Van Vree heeft de Universiteit Leiden veel succes behaald met haar bachelor International Studies in Den Haag. ‘Dat heeft een boost gegeven aan de talenopleidingen in Leiden, maar niet in klassiek-filologische zin.’
OR-lid en taalwetenschapper Manon van de Laaken gaf echter aan dat studenten helemaal niet zitten te wachten op brede bachelors. ‘Ik heb een kleine enquête gehouden onder mijn tweedejaarsstudenten. Die zeiden mij dat ze vanaf dag één met de studie van keuze bezig te willen zijn en niet zomaar met iets breeds. Gooien we met een verbreding van de bachelor niet het kind met het badwater weg?’ Carla Dauven, hoofddocent bij Duits & Scandinavisch, vroeg zich of het niet beter zou zijn de verbreding te zoeken ‘aan het eind van de bachelor en niet direct aan het begin. Daar zou dan “smal” kunnen worden begonnen’. Volgens Van Vree biedt dat echter geen oplossing voor de middelbare scholieren die ‘breed’ zouden willen beginnen. Wordt vervolgd.
