Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
actueel

Rechtsgeleerdheid wil strengere rendementseisen en einde aan deeltijd

Dirk Wolthekker,
10 februari 2015 - 14:42
De facultaire studentenraad van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid (FdR) stemt vooralsnog niet in met een aantal voorstellen van het faculteitsbestuur om het Onderwijs- en Examenreglement (OER) te wijzigen. Decaan Edgar du Perron stelt onder meer voor om het bindend studieadvies te verhogen naar 48 punten en de deeltijdopleidingen af te schaffen.

Afgelopen najaar kwam naar buiten dat de rechtenfaculteit in de periode tot 2018 aankijkt tegen een structureel tekort van ongeveer vijf miljoen euro per jaar. Du Perron zei destijds tijdens een personeelsvergadering dat de situatie ‘niet hopeloos’ is, maar dat er wel ‘serieuze maatregelen’ genomen zouden moeten worden. Die liggen er nu in de vorm van voorstellen voor een aangepast OER, waar de prestatie-eisen vanaf knallen. Er is echter één probleem: de studentenraad is tegen een aantal belangrijke wijzigingsvoorstellen.

Het studierendement bij de FdR laat sinds jaar en dag te wensen over. De faculteit krijgt daardoor minder geld dan nodig is om op de huidige voet door te gaan. Daar komt bij dat ook het aantal studenten de afgelopen jaren is gekelderd: met name de bachelorfase laat een aanzienlijke terugloop zien. In de periode 2009-2013 is het aantal ingeschreven bachelorstudenten met twintig procent gedaald. Het totaal aantal ingeschreven studenten is in die periode gedaald van 4320 naar 3320, een terugloop van 23 procent. Dat heeft directe gevolgen voor de financiering van de faculteit.

Die financiering loopt volgens het zogenoemde allocatiemodel, waarbij het geld van de rijksoverheid door het CvB wordt herverdeeld over de faculteiten onder meer op basis van ingeschreven studenten.

Afschaffing deeltijdopleidingen
Om het tij te keren en meer (goede) studenten te genereren heeft het faculteitsbestuur onder meer voorgesteld de deeltijdopleidingen in de bachelorfase te beëindigen. Veel deeltijders presteren onder de maat en schrijven zich volgens het faculteitsbestuur vooral in ‘om de regeling van het bindend studieadvies te ontlopen’.

Edgar du Perron Decaan Edgar du Perron

Studenten zijn het echter niet met de afschaffing van de deeltijdopleiding eens omdat de UvA ‘als publieke instelling ook een maatschappelijke functie heeft’ en in dat opzicht haar verantwoordelijkheid zou moeten nemen. Daarom gaan de studenten alleen akkoord met afschaffing als er een uitzonderingsbepaling ‘voor een selecte groep studenten’ komt, namelijk voor die groep die kan motiveren waarom zij deeltijdonderwijs zou moeten kunnen volgen. Met de afschaffing van de deeltijdopleidingen in de master gaan studenten sowieso niet akkoord.

Rendementsmaatregelen
Daarnaast stelt Du Perron voor de geldigheidsduur van behaalde resultaten in de bachelor en master te beperken. Die is nu voor beide tien jaar, maar zou vier jaar moeten worden. De decaan baseert zich hierbij onder meer op aanbevelingen van de minister, die meent dat dit ‘gelet op de wettekst’ geoorloofd is. Studenten vinden het echter niks. De maatregel is volgens hen ‘puur rendementsdenken en niet onderwijsinhoudelijk, waardoor didactisch onverantwoordelijk’.

Volgens het faculteitsbestuur is het huidige bindend studieadvies, dat op 42 EC ligt, niet toereikend om een rechtenbachelor binnen vier jaar (nominaal plus één) af te ronden. Daarvoor zou een gemiddeld studietempo van minimaal 45 EC nodig zijn. Het faculteitsbestuur wil de norm voor het bindend studieadvies optrekken naar 48 EC, waarbij ook de resultaten in het eerste jaar van de honoursopleiding meetellen. Du Perron verwijst hierbij naar andere opleidingen en faculteiten aan de UvA waar de norm van 48 EC al bestaat. Ook hier zijn studenten het niet mee eens. Dat wil zeggen: optrekken van de norm is oké, maar niet naar 48. Volgens de studenten is 45 EC voldoende ‘om binnen vier jaar een bachelordiploma te behalen’.

Hbo
Dan studenten die instromen met een hbo-propedeuse. Die vormen een risicogroep, want zij halen te vaak hun diploma niet binnen vier jaar. Het faculteitsbestuur wil daarom dat deze groep óók een vwo-certificaat Nederlands heeft gehaald. Om allerlei praktische en financiële redenen zou de studentenraad graag zien dat de faculteit zo’n examen zelf aanbiedt. Volgens de faculteit levert dat ‘een grote belasting’ op, maar studenten willen graag zien welke belasting dit dan is. Er is bovendien voor dit alles een uitzondering gemaakt voor studenten van het excellentieprogramma hbo-rechten van de HvA. ‘Discriminerend,’ meent de studentenraad.

Zie hier voor de brief van de studentenraad aan decaan Du Perron. Deze heeft nog niet gereageerd op de afwijzing van zijn voorstellen.