Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Linda van der Pol
opinie

Van der Pol | Bedreigde moedertaal

Linda van der Pol,
29 juni 2017 - 11:02

Ests is een moeilijke rottaal die ver afstaat van alles wat ik ken. Toch zit ik, avond na avond, aan tafel met heldendicht Kalevipoeg, een woordenboek en tien openstaande schermen Google Translate.

 

Bij gebrek aan een Engelstalige cursus Estse literatuur studeer ik op eigen houtje. Elk woord is een overwinning - met elk vers zuig ik de nationale cultuur verder op.

 

Mijn stagebegeleider helpt graag. ‘Weinig landen van ons formaat gebruiken de moedertaal nog als academische taal,’ benadrukt ze trots. Ach, Estland. Een bevolking van 1.3 miljoen, van wie 900.000 man Ests spreekt.

 

Nationalisering enerzijds en globalisering anderzijds vormen een geducht spanningsveld in Estland, waarin taal een cruciale rol speelt — zoals Josep Soler en Virve-Anneli Vihman (Universiteit van Stockholm en Universiteit van Tartu) in een recente studie naar verengelsing aantonen.

‘Natuurlijk mag het Ests niet afglijden naar een taal die alleen gebruikt kan worden om brood te kopen en planten en vogels te benoemen’

Volli Kalm, rector van de universiteit van Tartu, stelde in 2012: ‘We zijn ons niet bewust van de prijs die we betalen voor het behoud van Eststalig hoger onderwijs.’ Universiteiten verengelsen om studenten voor te bereiden op een internationale werkomgeving en om als wetenschapsinstituut op het hoogste niveau mee te draaien. Maar vooral om een nieuwe markt aan te boren: de bevolking neemt af; om geld in het laatje te brengen zijn buitenlandse studenten hard nodig.

 

Kalm kreeg bijval maar ook kritiek. Ests, de taal van de arbeidersklasse, is immers van ver gekomen. Tot eind negentiende eeuw hadden de Duitssprekers de wereld. Ondanks een hartstochtelijk taaloffensief rond 1850, waarin schrijvers op de volkstaal overgingen, hield een kleine Duitstalige elite de touwtjes in handen. In de twintigste eeuw streed het Ests voornamelijk met het Russisch – een taal die sinds de Estse onafhankelijkheid, in 1999, gradueel inbindt.

 

Anno 2017 kent iedereen de Kalevipoeg (dat kan onze vos Reynaerde niet zeggen); de verjaardag van Kristian Jaak Peterson, grondlegger van de Estse poëzie, wordt jaarlijks gevierd als dag van de moedertaal.

 

De dominantie van het Duits en het Russisch en de weerstand daartegen liggen vers in het geheugen. Moet het Engels nu dan vrij baan krijgen binnen de academie? Nee, geeft Kalm later in een talkshow toe. Zijn universiteit trekt buitenlandse promovendi en onderzoekers aan, masterprogramma’s worden veelal in Engels gedoceerd. Maar bacheloropleidingen blijven, drie uitzonderingen daargelaten, voorlopig Eststalig. ‘Natuurlijk mag het Ests niet afglijden naar een taal die alleen gebruikt kan worden om brood te kopen en planten en vogels te benoemen.’