Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Marc St. Gil (cc, via NARA)
wetenschap

‘Een cannabisverslaving kan net zo destructief zijn als heroïneverslaving’

Marleen Hoebe,
31 mei 2018 - 13:29

Het overgrote deel van de jongeren tot en met 26 jaar dat behandeld wordt voor verslaving is verslaafd aan wiet. Toch raakt niet iedereen die een jointje opsteekt gelijk verslaafd. Sommige mensen die dagelijks blowen kunnen alsnog goed functioneren. UvA-wetenschapper Janna Cousijn doet onderzoek naar de verschillen tussen dagelijkse gebruikers die verslaafd zijn en die niet verslaafd zijn. ‘Een deel van de gebruikers heeft misschien wel profijt van cannabis.’

Universitair docent Janna Cousijn werkt in het Addiction Development and Psychopathology (Adapt) Lab. Ze richt zich vooral op de hersenfuncties en hersengebieden die betrokken zijn bij wietverslaving. ‘We moeten ophouden met het zwart-wit denken over cannabis,’ vindt zij. ‘Cannabis is misschien wel minder verslavend dan heroïne, maar een cannabisverslaving kan wel net zo destructief zijn als een heroïneverslaving voor het individu.’

 

Volgens Cousijn gaat het om de overgang tussen niet verslaafd en verslaafd zijn. ‘Uit mijn onderzoek en nog vele andere onderzoeken blijkt dat die cannabisverslaving er echt is, maar dat niet iedereen die veel cannabis gebruikt verslaafd raakt,’ legt ze uit. ‘Er zijn zat mensen die dagelijks blowen, maar toch een baan hebben en goed functioneren. Van de mensen die regelmatig cannabis gebruiken raakt één op de tien verslaafd en van de mensen die dagelijks gebruiken raakt de helft verslaafd. Dit is bij alle middelen ongeveer hetzelfde. Iedereen heeft een soort drempel voor verslaving, bij de een is die alleen sneller bereikt dan de ander.’

Foto: Privé-archief
Janna Cousijn

Individuele verschillen
In haar onderzoek probeert Cousijn het verschil te vinden tussen dagelijkse gebruikers die verslaafd zijn en die niet verslaafd zijn. Ze kijkt dus niet naar het verschil tussen niet-gebruikers en gebruikers, maar naar individuele verschillen tussen gebruikers. ‘Een deel van de gebruikers heeft wel echt profijt van cannabis, dus het is belangrijk om naar individuele verschillen te kijken die zorgen voor problemen bij blowers die veel blowen,’ zegt ze. ‘Ik bekijk welke hersenactiviteit en hersenstructuren gerelateerd zijn aan deze problemen en aan hoeveel iemand gebruikt.’

‘Een deel van de gebruikers heeft echt profijt van cannabis’

Dit doet ze door wietgebruikers die zich bij het lab melden in de fMRI-scanner te leggen. Zo krijgt ze een driedimensionaal beeld van de activiteit die plaatsvindt in het brein. Ze kijkt dan bijvoorbeeld naar de hippocampus, een hersengebiedje dat te maken heeft met geheugen. ‘Als je cannabis gebruikt, wordt je geheugen trager en werkt het minder goed.’ Ze kijkt ook naar de frontale cortex, het hersengebied dat vooraan in je brein zit. Dit is actief bij het maken van grote beslissingen. ‘De frontale cortex speelt een belangrijke rol bij de verslaving zelf, als mensen geen controle meer hebben over hun wietgebruik.’ Door meer inzicht te krijgen in de hersenfuncties en hersenstructuren die betrokken zijn bij verslaving hoopt ze nieuwe targets voor behandeling te ontdekken. 

 

Tegenovergestelde wietculturen

Cousijn onderzoekt nu de invloed van omgeving op verslaving. Ze is net een jaar bezig met een studie die gaat over de verschillen en overeenkomsten tussen cannabisgebruikers in Texas, de Verenigde Staten, en gebruikers in Nederland. ‘Hierbij bekijken we onder andere in hoeverre de omgeving van een cannabisgebruiker last heeft van zijn of haar gedrag,’ vertelt ze. ‘Het kan dat in de ene cultuur mensen meer problemen hebben met cannabisgebruik dan in een andere cultuur. In Texas is namelijk echt een totaal andere cannabiscultuur vergeleken met die in Nederland. We denken daarom dat de problemen van cannabisverslaving in de Verenigde Staten meer sociaal gerelateerd zullen zijn, dat daar de omgeving van een verslaafde veel last heeft van zijn of haar gedrag, en dat in Nederland de problemen misschien meer fysiek gerelateerd zullen zijn, dat de verslaafde het vooral moeilijk heeft met de sterke lichamelijke afhankelijkheid van wiet. Dit komt doordat in Nederland cannabisgebruik meer getolereerd wordt. Tenminste, in het begin. Uiteindelijk kan iemand in Nederland ook last krijgen van zijn of haar partner, dochter of zoon die gebruikt.’

‘Bij een deel van de mensen die stoppen met cannabis, nemen de cognitieve problemen af’

‘Er zijn wel overeenkomsten tussen de cannabisverslaving in de Verenigde Staten en in Nederland. In de Verenigde Staten is het aantal verslaafden bijvoorbeeld net zo hoog als in Nederland. Het zal uiteindelijk wel heel moeilijk te zeggen zijn of de verschillen tussen de twee landen te herleiden zijn naar het gedoogbeleid van cannabis in Nederland, want hoe toon je dat aan?’

 

Het is in ieder geval belangrijk om te bekijken hoe verslaving aangepakt kan worden. Mensen die wietverslaafd zijn verliezen hun controle over hun gedrag en krijgen cognitieve problemen. Cousijn heeft wel goed nieuws voor mensen die hun verslaving weten te overwinnen. ‘Bij een deel van de mensen die stoppen, blijken de cognitieve problemen die gebruikers door cannabis hebben opgelopen weer af te nemen. Dit gebeurt al tussen de vier en zes weken nadat ze gestopt zijn. We weten alleen nog niet of je dan ook weer veranderingen in de hersengebieden ziet. Maar verslaafden moeten vooral de hoop niet opgeven.’